DE RONIN
Een ronin was een samurai die geen daimyo of andere meester (meer) diende. Dit kon komen omdat hij door zijn daimyo weggestuurd was, zijn daimyo gestorven of in ongenade gevallen was bij de shogun, of omdat hij zelf verkoos geen meester te dienen. Een samoerai die ronin werd leefde meestal afgelegen in de bergen waar hij bandieten doodde…
Er was eens een Ronin
Hij zwierf rond in zijn eentje, hij vocht en roofde en vond nooit ergens rust. Overal waar hij kwam werd hij door de mensen vermeden en soms zelfs werd hij aangevallen door andere Ronin of Samurai. Gelukkig, dacht de Ronin, heb ik altijd mijn harnas aan en masker op. Als dat niet zo was, zou ik gewond zijn geraakt zoals die ene keer, toen ik mijn harnas niet aan had.
Op een dag na weer een overwinning zonder gewond te zijn geraakt zag de Ronin vanaf een bergtop een prachtig dorp in de vallei liggen. De mensen waren er zo gelukkig en blij dat de Ronin zich afvroeg of dit wel werkelijk was. Hij verschoof zijn masker een beetje om goed te kunnen kijken (zo’n monsterlijk masker is geweldig om vijanden af te schrikken maar kijken door die kleine gaatjes was af en toe wel lastig) en was gefascineerd door wat hij zag: deze mensen waren echt gelukkig en blij, ook zo aardig en lief voor elkaar. Wat een bijzonder dorp dacht de Ronin. Hij zette zijn kamp op bij een vijver niet ver van het idyllische dorp. Na dagen van observatie besloot de Ronin het erop te wagen en liep naar het dorp, hij had geen vijanden gezien, niemand had elkaar vermoord de afgelopen dagen en als klap op de vuurpijl droeg ook niemand een wapen! Hier wil ik wonen dacht de Ronin. Bij het dorp aangekomen merkte de Ronin dat hij bang was dat iedereen die hem zag zoals altijd enorm zou schrikken en vluchten. De Ronin had deze keer echter hoop; de mensen waren immers zo gelukkig en blij hier zij zouden toch wel weten dat hij een goed mens was en kwam om te helpen en om samen gelukkig te zijn? Maar helaas, ook deze keer joeg hij mensen de stuipen op het lijf en teleurgesteld ging de Ronin terug naar zijn kamp.
Hij was zo verdrietig dat hij niet eens merkte dat een klein meisje en haar vriendje hem volgden. Verdrietig zat de Ronin in zijn kamp aan de rand van de vijver. “Hallo” zei het meisje. Geschrokken sprong de Ronin op en trok zijn zwaard, het meisje schrok ook en deed 2 passen naar achter, haar vriendje gilde het uit en rende weg. Verbaasd keek de Ronin naar het geschrokken meisje en zei “hallo, je hoeft niet bang te zijn.” “Misschien kan je dan even je zwaard wegdoen” zei het meisje. De Ronin deed zijn zwaard weg en het meisje kwam weer 2 passen naar voren. De Ronin ging op een knie zitten en stak zijn hand uit. “Kom maar dichterbij ik doe je niks ”zei de Ronin. “Maar je ziet er zo eng uit, je lijkt wel een monster” zei het meisje, “maar toch denk ik niet dat je een echt monster bent, de gaatjes zijn wel klein maar ik kan toch je ogen zien nepmonster, en jij hebt geen monsterogen”. “Dat klopt” antwoordde de Ronin “het is een masker en harnas”. Ontzet reageerde het meisje “waarom zou je in godsnaam zo’n afschuwelijk masker dragen?!”. “Nou dat schrikt mijn vijanden af natuurlijk” zei de Ronin. “Ja dat zal wel” zei het meisje “maar ik ben je vijand toch niet? En mij maakt het ook bang”.
Dit was een openbaring voor de Ronin. Hij keek naar zichzelf in de vijver en schrok zelf ook een beetje van het monsterlijke gelaat dat hem aanstaarde. Maar de ogen van het monster waren zoals het meisje zei inderdaad niet die van een monster.
Het vriendje van het meisje bedacht zich na 50 meter volle sprint dat het wel eens lastige situatie zou kunnen zijn als men erachter kwam dat hij zijn vriendinnetje had achtergelaten om weg te vluchten voor een monster en besloot om zich, hetzij voorzichtig, om te draaien en poolshoogte te gaan nemen. Hij zag het meisje voor het knielende monster staan en keek verbaasd toe hoe het monster op verzoek van zijn vriendinnetje zijn gezicht afnam en weglegde…
Onder het masker bleek een hele gewone (wel vrij knappe) man te zitten! Verbaasd en blij riep het meisje uit: “Ik had gelijk! Je bent geen monster! Je gezicht past gewoon bij je ogen! Maar is al dat ijzer over je borst en rug dan ook niet echt?” Vroeg het meisje de Ronin. “Dat is heel echt, het hardste staal wat de mens kan vormen tot bescherming! Het is een soort pak”. Zei de Ronin “Om mijn hart en rug te beschermen voor de zwaarden en shiruken van mijn vijanden. Ooit lang geleden toen ik nog een kleine Samurai was wachtten mijn vijanden tot ik mijn harnas afdeed betichtten mij van verraad en staken mij met hun zwaarden. Gelukkig overleefde ik het en daarna zwoer ik om nooit meer mijn harnas af te doen zodat ik nooit meer gewond zou raken”. “Ja maar hier zijn geen vijanden, en ik heb geen zwaard. Ik WIL je niet eens pijn doen”. Zei het meisje. “Wil je je harnas afdoen? Het zal wel zwaar zijn om de hele tijd met al dat ijzer rond te moeten lopen”.
Aarzelend en continu om zich heen kijkend op zoek naar gevaar deed de Ronin zijn harnas af en toen…Gebeurde er niks… Hij werd niet gestoken of aangevallen. Integendeel: het vriendje van het meisje was zo verrast dat hij alle dorpelingen had verteld dat het helemaal geen monster was die in het dorp kwam. Maar een man in een harnas! Nieuwsgierig waren de dorpelingen komen kijken en met elk deel van het harnas dat de Ronin afdeed kwamen ze dichterbij en werden ze blijer en blijer om te zien dat er helemaal geen monster was.
Inmiddels woont de Ronin al jaren gelukkig in het dorp en helpt iedereen waar en hoe hij kan en is een geliefde en gewaardeerde vriend van iedereen in het dorp.
Maar heel soms laat in de avond, als het heel donker is en alle mensen slapen. Zit de Ronin in zijn huis met de deur van zijn wapenkast open te kijken naar zijn harnas en zwaard en prijst zich gelukkig dat hij ze heeft en kan gebruiken om zijn dorpsgenoten en zichzelf te beschermen als het nodig is.
Want weten dat het er is als het nodig is, maakt dat de Ronin het niet hoeft te dragen als het niet nodig is…
Sebastiaan C. Nieuwland
Recente reacties